Sang Wook Lee en Stef Kreymborg ontmoetten elkaar een paar jaar geleden toen zij in dezelfde galerie in China exposeerden. Volgens Stef, visual artist en galeriehoudster, was er meteen een klik en zo kwam het dat Sang Wook Lee werd uitgenodigd voor haar IJsselsalon in Zutphen. En daar was hij in mei vorig jaar, met vrouw en zonen en een schitterende expositie van zijn werk.
De Zuid-Koreaanse Sang Wook Lee werkt sinds 2004 als professor Fiber Arts aan het Skidmore College in New York. In zijn schaarse vrije tijd werkt hij voor zichzelf of in opdracht. Hij groeide op in Zuid-Korea. Tijdens zijn studie aan de universiteit in Busan kreeg hij van een Amerikaanse professor colleges in textile design. Zijn enthousiasme, en waarschijnlijk ook zijn natuurlijke aanleg voor fiber arts, leidden tot een uitnodiging voor de Universiteit van Georgia, USA. Hij zou na beëindiging van zijn studie teruggaan naar Zuid-Korea.
Verhuizing naar New York
Dat liep echter anders. Met zijn vrouw, die hij aan de universiteit in Korea had leren kennen, vertrok hij naar New York en ze bleven daar. Hij voelt zich in Zuid-Korea niet meer thuis, zowel het land als hijzelf zijn sterk veranderd. Hij spreekt de taal, maar heeft verder geen contact meer met zijn geboorteland zoals het nu is. De verschillen tussen de westerse en Aziatische cultuur ervaart hij echter als fascinerend en spelen een grote rol in zijn werk. Daarin komt de traditionele Koreaanse esthetiek, waar hij een enorme bewondering voor heeft, steeds opnieuw tot uiting.
‘Jumoney 2017’
De aan het plafond hangende installatie ‘Jumoney 2017’ was geïnspireerd op de Bokjumoney, een buideltje dat kinderen vroeger droegen om dingetjes in te bewaren. Ook de rode bonen die ze op nieuwjaarsdag kregen als symbolische geluksbrenger en beschermer tegen kwade geesten, stopten ze erin. Tegenwoordig krijgen ze geld, maar het dragen van de Bokjumoney heeft nog altijd een waardevolle culturele betekenis. Voor ‘Jumoney 2017’ bracht Sang Wook Lee op elk van de ruim negenhonderd rood zijden buideltjes van de installatie bladgoud aan. Een uiterst zorgvuldig en geduld vragend proces dan hij al twintig jaar toepast.
Proces
Deze oude Koreaanse (en Japanse) techniek, geumbakjang, werd destijds bij traditionele kledingstukken gebruikt om ze te versieren. Vakbekwame ambachtslieden sneden en kerfden houten stempels die ze met een plakkerige pasta insmeerden. De stempels met pasta werden vervolgens op stof gedrukt. Daarna werd uiterst dun bladgoud voorzichtig op de pasta, en daarmee dus op de stof, aangebracht. Sang Wook Lee gebruikt deze techniek op dezelfde manier, met intrigerend resultaat, zoals te zien bij ‘Jumoney 2017’.
Muur van noedels
Waarom maakt hij daarnaast grote kunstwerken van deegwaren, de zogenaamde ramen? Omdat hij, evenals generaties voor en met hem, daarmee is opgegroeid en ze garant staan voor een gezond en lang leven. Bovendien trekt de vorm waarin ze aangeboden worden hem aan: een harde, pakket-achtige eenheid, binnenin nogal rommelig, die in een weke vormeloze massa transformeert door het koken ervan. Ook bij deze installaties gaat hij zeer behoedzaam en met eindeloos geduld te werk.
Dit artikel is een ingekorte versie voor Métier Online. Het hele artikel is verschenen in de gedrukte versie van Métier 01 (winter 2018) en is hier te bestellen. Naast uitgebreide versies van de online gepubliceerde artikelen, bevat de gedrukte versie van Métier een veel grotere diversiteit aan artikelen en columns, een uitgebreide agenda en nog veel meer onderwerpen die niet in onze online-versie te vinden zijn. Kijk in de webshop voor onze losse verkoop of word abonnee