top of page
Zoeken
  • Redactie Métier

De agbada, een gewaad dat de tand des tijds heeft doorstaan


De term agbada (of boubou) verwijst naar een traditioneel Afrikaanse gewaad, dat wordt gekenmerkt door zijn wijde en open mouwen en gedecoreerd met fijn geborduurde, geometrische motieven. Het kledingstuk heeft een lange en complexe geschiedenis, die stormachtige politieke en culturele verschuivingen heeft gekend in het uitgestrekte gebied van West (en gedeeltelijk Centraal) Afrika.


Een Midden-Oosters kledingstuk

Het is algemeen aanvaard, dat de agbaba zijn oorsprong heeft in het Midden-Oosten. Het kledingstuk is geïntroduceerd in de Afrikaanse landen door Berber en Arabische handelaren uit de Maghreb (Noord-Afrika) en de Toearegs van de woestijn met de Trans-Sahara handel. Trans-Sahara handel begon in het pre-christelijke tijdperk, zo vroeg als de achtste eeuw en duurde tot de late negentiende eeuw.


Volumineuze kleding

Agbada zelf is een Yoruba-term, een etnische groep uit Nigeria, en wordt voornamelijk in het zuiden gebruikt. In het noorden (bij de Hausa, Nupe en Fulbe groepen) staat de agbada bekend als de ‘riga’ of de ‘babariga’ en heeft een andere sociaal-culturele betekenis dan in de zuidelijke regio's. Het gebruik van dit traditionele kledingstuk is zelfs zo veelzijdig en diepgaand, dat we hier slechts een tipje van de sluier op kunnen lichten. Agbada betekent "volumineuze kleding", het is dan ook een oversized, wijdvallende, enkellange tuniek.

Als het karakter van de drager

De agbada is overdadig wijd op de schouders, waardoor de drager een breed voorkomen krijgt. Verticale vouwen van stof vormen twee gedrapeerde lussen vanaf de schouder tot de kniehoogte. Klassieke agbada’s hebben ook een geborduurde borstzak (bekend als de ‘ajufun’), geweven van Sanyan-zijde. Een V-hals, die in een schuine hoek is gesneden met een grote zak eronder, creëert een opvallend contrast met het materiaal dat losjes van onder de armen valt. Omdat het kledingstuk meestal speciaal voor de drager gemaakt wordt, is het een heel persoonlijk kledingstuk.


Een kledingstuk van koningen

De vorm van het gewaad en de kwaliteit van het materiaal zijn nog steeds van het grootste belang, vooral als je jezelf in het openbaar laat zien. Een rijk weefsel met gedetailleerd borduurwerk symboliseert een hoge status en rijkdom, en er wordt van het kledingstuk verwacht dat het ieder geval de sociale zichtbaarheid en populariteit van de drager zal vergroten. Traditioneel worden de grootste gewaden gemaakt van de beste materialen en alleen gedragen door mensen met een hoge sociale positie in de islamitische gemeenschap zoals koningen, de emir (militaire commandanten) en priesters.


Fijn borduurwerk en katoenen damast

Het maken van een grote, traditionele agbada is geen eenvoudige opgave. De Yoruba ambachtslieden gebruiken een smalbandig weefsel, gemaakt op een horizontaal weefgetouw. Elke strook is tussen de vier en zes centimeter breed en enkele meters lang. De strip wordt later in de gewenste lengte gesneden en samengenaaid tot grote lappen voordat dezen weer in het kledingpatroon wordt gesneden. Dit textiel staat bekend als ‘aso oke’. De kleermakers die zich specialiseren in de kunst van de agbada-gewaden, richten hun vaardigheden met name ook op fijn borduurwerk. De stof die wordt gebruikt voor geborduurde agbada’s is een katoenen damast.

Ambacht en heilige geometrie

Dit kledingstuk werd aan het begin van de negentiende eeuw geadopteerd door niet-moslims met een hoge status in sub-Sahara Afrika. Koningen, opperhoofden en de elite pasten de klassieke stijl van het gewaad met bepaalde hoofddeksels aan op hun lokale esthetiek; in de hoop op geluk. Vaak is de rug verfraaid met een enorme geborduurd spiraal. Dit heilige geometrische borduurwerk werd getekend en uitgevoerd door koranmeesters die horen bij de Hausa, een etnische groep uit het noorden van Nigeria.


Kleurgebruik in de agbada

Historisch gezien zou het borduurwerk wit of beige zijn, maar in de jaren 70 van de vorige eeuw introduceerden kleermakers in Dakar, Senegal, ook kleurrijk borduurwerk. Mannen dragen nog steeds wit of beige borduurwerk, maar vaak ook borduurwerk met gekleurde draden die passen bij de schakering van de katoenen damaststof (meestal donkerpaars of groen). De grote, witte en volumineuze agbada (of boubou) met gouden borduurwerk is de dracht van een ‘hadj’, een moslim die de bedevaart naar Mekka heeft gemaakt. Het is al met al heel inspirerend om een ​​kledingstuk te zien dat door de eeuwen heen heeft is gehandhaafd.


(Dit artikel is eerder in gedrukte vorm verschenen in Métier 07)

345 weergaven0 opmerkingen

Comments


bottom of page